Osteopathie en migraine

Osteopathie en migraine

Recent onderzoek toont aan dat osteopathie significant effectiever is bij migraine dan het gebruik van medicijnen (Triptanen) en effectiever dan een (manuele) placebo behandeling.

Osteopathie: dé oplossig bij migraine /Gezondheid

Migraineklachten leiden elk jaar tot groot verlies aan productiviteit op de arbeidsmarkt. Iedere werknemer die gebukt gaat onder deze zware hoofdpijnklachten, moet jaarlijks gemiddeld meer dan twee weken (88 uur) verzuimen van zijn werk. Zo’n 18% van de vrouwen en 6% van de mannen hebben regelmatig migraineaanvallen. Dit viel te lezen in ‘The International Journal of Osteopathic Medicine’ in een publicatie over een gespecialiseerde studie aan de neurologische afdeling van de ‘United Hospitals’ in het Italiaanse Ancona. In dit wetenschappelijke onderzoek, dat een jaar duurde, bleken patiënten met migraineklachten zeer veel baat te hebben bij osteopathische behandeling.Voor deze studie werden 105 migrainepatiënten opgedeeld in drie groepen, in de leeftijdscategorie van 18-50 jaar en allen met ongeveer gelijke sociaaldemografische achtergrond.

De eerste groep kreeg medicijnen toegediend uit de zogenaamde triptanenfamilie. Groep twee onderging een placebotherapie van manuele handelingen en de derde groep werd behandeld volgens reguliere osteopathische aanpak. Via vragenlijsten werden patiëntenbevindingen bijgehouden over de ernst van de pijnklachten en de kwaliteit van leven. Na afronding van het onderzoek bleek dat de aard van de migraine bij de groepen patiënten die een placebobehandeling ondergingen én die medicijnen slikten, nauwelijks verschilden. Patiënten die echter een osteopathische behandeling kregen, signaleerden ten opzichte van de andere twee testgroepen, een statistisch zeer sterke verbetering van hun pijnklachten en kwaliteit van leven.

Andere studies

Deze studie sluit aan bij de resultaten van eerdere studies in Nederland (2001) en in Duitsland (2011), waaruit bleek dat osteopathische behandeling een bijzonder gunstig effect heeft op klachten van migrainepatiënten. Bij migraine speelt de bovenbuik vaak een belangrijke rol. Een belangrijke link tussen wat in de buik gebeurt en de storende invloed daarvan op de hersenstam, is de tiende hersenzenuw. Daarnaast zijn er zenuwen, die het middenrif en de lever van gevoel voorzien. Deze lopen naar de nek en schakelen met de hersenstam. Wanneer veel storende informatie vanuit de bovenbuik naar de hersenstam gaat, ontstaat daar een soort kortsluiting. Zo kan migraine ontstaan. Bij migraineklachten behandelt een osteopaat het gebied van de middenrif. Rond de grote ademhalingsspier bevinden zich lever, dikke darm en de maag. Bij migraine laat vaak de beweeglijkheid van de banden en de vliezen rond de lever te wensen over. Deze osteopathische behandelwijze komt het meest tot zijn recht als mensen bereid zijn cafeïnehoudende producten (koffie, thee, chocola en cola) en triptanen te laten staan.

Over osteopathie

Een osteopaat ziet het lichaam als één geheel. Hij/zij weet welke lichaamsweefsels met elkaar in verbinding staan en op welke manier deze elkaar kunnen beïnvloeden. Daardoor kan een osteopaat de mogelijke oorzaak van een klacht vinden, waar andere behandelaars die niet vonden: soms in een ander deel van het lichaam dan waar de klacht optreedt. Het doel van de osteopaat is niet om ziekte te bestrijden maar om de hele persoon te helpen en te ondersteunen om gezond en weerbaar te worden. Een osteopaat werkt uitsluitend met zijn handen. Hij/zij gebruikt geen medicijnen of apparaten. Hij of zij maakt los wat los moet zitten en optimaliseert zo met (overwegend) zachte handgrepen de weefselcondities van het lichaam. Een osteopaat is geen vervanger van de huisarts of specialist, maar werkt er juist mee samen. Als het nodig is, verwijst een osteopaat door.

Meer informatie over osteopathie: http://www.sensgezondheidszorg.nl/osteopathie/wat-is-osteopathie/ 

 

Hieronder vindt u de samenvatting van het recente onderzoek.

Abstract

Background

Migraine is a common disorder with a prevalence in the population of 6% in men and 18% in women. Recent studies documented controversial results in relation to the benefit of the application of OMT in migraine and those are even more unclear if CAM are considered. The aim of the present study was to determine the efficacy of the OMT on a sample of subjects affected by migraine evaluated using the HIT-6 questionnaire.

Methods

The study was carried out in the Department of Neurology of Ancona’s United Hospitals in the period between March and November 2010. All patients admitted in the unit with a diagnosis of migraine, according with International Headache Society criteria, were considered eligible for the study. Patients with secondary forms of headache, chronic illness, psychiatric illness, post-menopausal women, aged under 18 and over 50 years old were excluded from the study. According to the sample size calculation using an effect size of 5 points between groups and 27 within groups with a power of 90% and an alpha equal to 0.05, 105 patients entered in the study and were randomly divided in three groups (N = 35 in each group): OMT only, drugs (triptans) only and sham therapy. All patients were followed up for 6 months. Questionnaires were used to evaluate both the severity of migraine (HIT-6), considered as primary outcome, and the quality of life (SF-36v2), secondary outcome. Socio-demographic data were collected as well. One-way ANOVA was used to test the difference in variance among the three groups having defined a level of significant less than 0.05.

Results

At baseline, no differences between the three groups in term of socio-demographic characteristics, severity of migraine and quality of life. At the end of the follow-up ANOVA showed a statistically significant difference on the primary outcome between the three groups F(2, 29) = 7.01; p = 0.003. Tukey post-hoc comparisons of the three groups indicate that sham group was not statistically different from drug group (M = −4.25; 95% CI: −11.80, 3.30; p = 0.36), whilst OMT group was statistically different from drug group (M = −11.70; 95% CI: −19.72, −3.69; p = 0.003); and from sham group (M = −7.45; 95% CI: −14.30, −0.61; p = 0.03).

Results

The present study showed a significant difference between OMT group compared to drug and sham therapy groups, suggesting that OMT can be considered a valid procedure for the management of patients with migraine.

Terug